Labogids klinische biologie

Fosfaat


Code LIS
A_PHOS
Eenheid
mmol/l
Belangrijke informatie
Vals verhoogde waarden kunnen optreden bij patiënten met een monoklonale gammopathie door interferentie van de monoklonale eiwitten.   ​
Klinische achtergrond
88% van het fosfaat in het lichaam is aanwezig in het bot als hydroxyapatiet. Het overige is aanwezig als anorganisch fosfaat en fosfaatesters. Calcium en fosfaat vertonen in het serum een reciproke relatie: een stijging van het één gaat vaak gepaard met een daling van het andere. Gestegen fosfaat in het serum kan optreden bij hypervitaminose D, hypoparathyreose en nierinsufficiëntie. Gedaalde waarden treden op bij hypovitaminose D, hyperparathyreose en syndroom van Fanconi
Principe van de test
Fosfomolybdaat methode
Afname
SERUM
Alternatieve monstertypes
Lithiumheparineplasma.
Stabiliteit monster
4 dagen op 2-8°C, 1 jaar op -20°C (Bron: Mayo Medical Laboratories)
Interferentie
Referentiewaarden
Man - Vrouw: 0.78 - 1.65 mmol/l < 2j: 1.29 - 2.10 mmol/l < 15j: 1.07 - 1.74 mmol/l
Doorbelwaarden
Bron referentiewaarden
​Volwassenen: bijsluiter Siemens (REF 11097611)Kinderen: Tietz Textbook of Clinical Chemistry and Molecular Diagnostics. Fifth Edition.
Uitvoerfrequentie
24h/24h
Urgentie
Ja
TAT (turn around time)
1 h - 2 h
Toestel
Atellica Chemie
Analytisch meetbereik
0.10 - 6.46 mmol/l Bij waarde > 6.46 mmol/l wordt staal automatisch 1/2 verdund zodat het meetbereik uitbreidt tot 12.92 mmol/l 
Afdeling
Biochemie (BIO)
Uitvoerend labo
DoorstuurInfo
Terugbetaling
540875